Geschiedenis
Tegen het einde van de vijftiger jaren had Unilever-werknemer Pieter van Es op de zolder van het Unilever-gebouw een schietbaan ingericht. Op deze schietbaan beoefende een aantal werknemers met luchtdrukgeweren het schijfschieten. Na afloop van het schieten werd veelal geborreld in 'De Pijp', de gelegenheid welker geschiedenis zo nauw verbonden is met die van het Rotterdamsch studenten Corps. In 'De Pijp' werd dan ook veelvuldig geborreld door de Heeren Corpsleden. Een van deze Corpsleden, Tom Jansen (jaar 1954), kon het uitstekend vinden met Pieter van Es, hetgeen tot gevolg had, dat de Heeren studenten eerst incidenteel, maar vervolgens steeds vaker werden uitgenodigd om te komen schieten. Deze contacten leidden ertoe dat Pieter en Tom een schietwedstrijd organiseerden tussen de werknemers van Unilever en de leden van het Rotterdamsch Studenten Corps. Door flink gedram van Pieter zou dit zelfs een geregelde "wedstrijd" worden. De eigenaar van 'De Pijp', de heer C. van der Valk, Cor van 'De Pijp', stelde de wisselprijs ter beschikking: de 'Roodkoperen Pijp'. De eerste keer werd deze wedstrijd verschoten op 12 juni 1958. Een succes voor de Heeren, want we lazen de puntenverdeling: 'R.S.C. 415; U.L 401'. Ook heden nog wordt de 'Roodkoperen Pijp' geregeld verschoten, zij het niet altijd met even veel succes als de eerste keer.
Inmiddels vond Pieter dat het tijd werd, dat de Heeren Corpsleden zelf een schietvereniging gingen oprichten, immers:'Jullie zijn geen echte Corpsleden, want alle echte Corpora hebben een weerbaarheid en jullie hebben die niet. Richt er dus een op'. Hoewel die oprichting altijd werd toegezegd, gebeurde dit uiteraard nooit. Totdat Pieter op 9 maart 1959, in 'De Pijp', het lumineuze idee kreeg een vaatje bier aan te bieden als die vereniging werd opgericht. Dus werd op die dag de Rotterdamsche Studenten Schietvereniging 'De Schutterij' opgericht in 'De Pijp'. Het oprichtingsbestuur, onder leiding van Tom Jansen, pakte de zaak meteen goed aan. De Senaat van het Rotterdamsch Studenten Corps werd op de hoogte gebracht van het bestaan van de nieuwe CorpsVereniging, contacten met de andere Weerbaarheden werd gezocht, statuten werden ontworpen en de nodige overheidsgoedkeuringen werden aangevraagd. Tevens werd teruggegrepen op de eeuwenoude tradities van de Rotterdamsche Schutterij, die heeft bestaan tussen 1340 en 1907. Die tradities, zo aardig bezongen door Speenhoff, inspireerden tot de naam der vereniging, tot het verenigingslied 'Daar komen de schutters' en tot het motto 'Jenever en Plichtsbesef'.
Het verenigingswapen werd mede gebaseerd op de revolver die in gebruik was en is als presidentshamer bij vergaderingen. Deze revolver was al voor de oprichting der vereniging, op 12 februari 1959, door Unilever aangeboden. Op 30 maart 1960 werd een inmiddels belangrijke traditie begonnen: de oprichting van het -zeer selectieve- 'College van Honorair-Meester-Schutters', ter zake van bestuurlijke verdiensten jegens de vereniging. Op 30 oktober 1960 werd 'De Schutterij' door Hare Majesteit erkend als vereniging, en op 7 maart 1961 werd de vereniging erkend door de Minister van Defensie, zodat medewerking kon worden verkregen van militaire zijde. Inmiddels was er al op 30 november 1960 een uniformenfonds gesticht onder de naam 'Tjap Gadjah Fonds'. Deze naam stamt van een donatie door Olifantenjenever en een in de Maleise taal gehouden Algemene Leden Vergadering. Uniformen zouden er echter voorlopig niet komen. De eerste jaren was 'De Schutterij' voornamelijk een niet-weerbare studenten schietvereniging. Wedstrijden werden gewonnen en ook verloren. De 'after-shooting' werd echter ook toen al altijd gewonnen. Zo lezen wij in de kronieken: 'Opmerkelijk echter was wel de verdeling der prijzen in drankvorm, die geen verband scheen te houden met de vraag wie winnaar of verliezer was'. Na 1961 ging de Schutterij zich vooral ontwikkelen tot een studentenvereniging van reserve-officieren, overigens met behoud van alle eerdere activiteiten. Eveneens werd ter Societeit een luchtdrukschietbaan aangelegd, wegens grote belangstelling bij de vele Corpsleden voor het 'indoor schieten'. Ook nieuwe wedstrijden werden geinitieerd, zoals de nog altijd bestaande wedstrijd om het 'Koperen Kanon', ter zake van de kampioenschappen van de stad Rotterdam.
Niettemin geraakte 'De Schutterij' in een impasse, mede vanwege een brand op 26 november 1965 in de Societeit, waarbij bijna alle eigendommen der vereniging verloren gingen. De Senaat greep echter in en verzocht een der reserve-officieren, Roel Hazewindus, 'De Schutterij', te heractiveren. Vanaf 28 maart 1966 onder leiding van Roel, herkreeg 'De Schuterij' haar bloeiend bestaan: er werd weer geschoten, de oude wedstrijden kwamen terug, contacten met andere weerbaarheden werden hernieuwd, relaties werden aangegaan met militaire onderdelen zoals het Korps Mariniers, enzovoort. In feite heeft het zeer actieve bestuur-Hazewindus de basis gelegd voor 'De Schutterij' om deel te nemen aan geuniformeerd eerbetoon. Niettemin duurde het, mede vanwege financiele perikelen, nog tot 18 december 1969 voordat 'De Schutterij', overigens slecht een vijftal, uniformen verkreeg. De tweede helft van de zestiger jaren kenmerkte zich ook doordat Schutterijleden tot aan de opheffing ervan, deel uitmaakten van de Rotterdamse vrijwillige brandweer, als 'Sectie 312 Rood'. Dit moet erg gezellig zijn geweest. Eveneens uit die tijd stammen de goede contacten met het 'Moederregiment', het 13de Pantser Infanterie Bataljon Garde Fuseliers 'Prinses Irene', en met de 'Moederdivisie, de Staf 4 Divisie. Hoogtepunt uit die jaren was overigens het tweede lustrum, 'Dubbelloops', van 12 tot 19 oktober 1969.
Voor het eerst organiseerde een CorpsVereniging het lustrumbal niet ter Societeit, maar elders. Dit galabal, in het Hilton-hotel, telde maar liefst 550 deelnemers, een enorme hoeveelheid, zeker voor die tijd. De jaren zeventig betekenden voor 'De Schutterij' groei en bloei. Deelgenomen werd aan binnen- en buitenlandse militaire oefeningen ('Lambiek was zijn broek kwijt'), aan excursies, messbezoeken, borrels, enzovoort. Ook werd deelgenomen aan vele schietwedstrijden, meestal met voortreffelijke resultaten! Slechts een paar van de vele hoogtepunten: Het derde lustrum, 'Repeteer je weer', van 23 tot 26 oktober 1973, '... was een groots succes. Het Galabal, dat meer leek op een internationale stafbespreking, was een van de hoogtepunten van ... jaar'. (Aldus het jaarverslag van het toenmalige College). Op 4 mei 1975 werd voor het eerst door een bestuur van 'De Schutterij' een krans gelegd ter gelegenheid van dodenherdenking. Op 18 december van dat jaar werd 'De Schutterij' door de andere Weerbaarheden als hun gelijke erkend Eveneens in 1975, op 10 oktober, ter gelegenheid van het 19e lustrum van de Amsterdamse Weerbaarheid, werd voor het eerst deelgenomen aan een geuniformeerde parade. Op 5 mei 1976 bracht een bestuur voor het eerst een bezoek aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. Deze zou op 2 mei 1976 het beschermheerschap over 'De Schutterij' aanvaarden als zijnde 'een wederzijdse uitdaging tot bewijs van onderkenning van de geschapen positie'. Uit die tijd stammen ook de goede contacten met Ketel I. Op 31 mei 1978 werden voor het eerst de zogenaamde 'Officiersdassen' uitgereikt, ter zake van niet-honorabele bestuurlijke verdiensten. Deze uitreiking leidde tot een Dassenborrel op 16 november 1979, een reunie van 'Dassendragers'. De Dassenborrel wordt inmiddels jaarlijks gehouden, altijd op de derde vrijdag van november.
Op 4 januari 1981 is de onvergetelijke Pieter van Es overleden. Pieter, die op 25 oktober 1976 was benoemd tot Erelid der vereniging, heeft zich tot zijn overlijden altijd op gigantische wijze ingezet voor 'zijn' Schutterij. 'Cor van 'De Pijp'' zou korte tijd later overlijden, op 7 februari 1983. Zijn laatste bezoek aan de societeit was op 19 november 1982, tijdens de Dassenborrel van 'De Schutterij'. De toen gemaakte foto heeft een ereplaats gekregen in 'De Pijp'. De jaren tachtig kenmerken zich helaas minder door hoogtepunten vanwege kennelijke studieverzwaring. Dit geldt overigens ook voor de andere Weerbaarheden. Slecht een paar zaken worden vermeld. Op 16 september 1980 werd voor het eerst op het Binnenhof deelgenomen aan de erewacht ter gelegenheid van Prinsjesdag. In 1982 kwam er een nieuwe wedstrijd bij: om de 'HeJoKo-beker', te verschieten tussen 'De Schutterij' en al haar militaire contacten. In 1984 verscheen een verenigingsperiodiek, 'Met vaste hand'. Helaas is dit blad alweer ter ziele.
Tenslotte verkreeg 'De Schutterij' in 1987, mede dankzij de Luitenant-kolonel der Koninklijke Marechaussee b.d. Muller, Oud-Corpslid van het jaar 1941, een groot aantal nieuwe uniformen. Tegenwoordig kan 'De Schutterij' derhalve met volledig detachement deelnemen aan geuniformeerd eerbetoon. Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat de Rotterdamse Studenten Schietvereniging 'De Schutterij' haar ups en haar downs heeft gehad. Echter altijd gebleven is het plezier dat de leden dankzij de vereniging hebben beleefd. Moge dit zo blijven.
Rotterdam, 14 september 1989, Mr. M.J.P.G. Kaplan (Lid van Verdienste der R.S.S. De Schutterij)